Tijd

In Friesland overkomt me iets aparts dat mij inzicht geeft in mijn bijzondere kinderen. Als ik ’s avonds ga slapen, zet ik altijd de wekker op mijn telefoon. De tweede ochtend word ik uit mezelf wakker en ik voel dat het laat is. De verklaring is snel gevonden, mijn mobiel is leeg. Geen idee op welke tijd ik nu opsta, maar ik wil verder geen tijd verliezen. Snel uit m’n bed, telefoon op de oplader, een korte douche en naar buiten, de traditionele ochtendwandeling met Labradoodle Sheila. Op de boerderij van mijn vriendin waar ik logeer, kom ik onderweg naar buiten geen klok tegen en natuurlijk ook niet op straat. Waar ik bivakkeer, zijn alleen maar weilanden en boerderijen met een aantal particuliere woningen tussendoor. Zodra ik buiten ben, zie ik dat de koeien al buiten zijn en rustig liggen te herkauwen. De dag daarvoor had ik nog genoten van hun enthousiasme toen ze vanuit de stal met hun onbehouwen lichamen, enthousiast springend en rennend het weiland op liepen. Het was grappig dat een clubje van hen nieuwsgierig naar mij toekwam gelopen en geïnteresseerd naar Sheila keken. Dit was rond 8 uur.  Ik realiseer me dat het vreemd is om de tijd niet te weten, maar vooral dat ik het vervelend vind. Eigenlijk geeft het me een onbehaaglijk gevoel. ‘Ik heb toch de hele dag, dan schrijf ik vanavond wat langer door!?’, spreek ik mezelf toe. Dan dringt het tot me door, hoe het voor mijn kinderen moet zijn om een slecht tijdsbesef te hebben. Dat je niet weet hoelang het nog duurt voordat je gaat eten, alleen omdat je een rammelende maag hebt, er een besef is van etenstijd. Dat je, omdat je geen klok kunt kijken, je overvallen voelt door je moeder, die meldt dat je ‘nu’ moet gaan slapen. Dat je niet begrijpt dat als het in de zomer nog licht is, het al zo laat is, dat je moet gaan slapen. Dat je je eigen ritme moet bedenken, waaraan je je vasthoudt. Maar hoe dan? Welke ijkpunten neem je dan? Vanmorgen waren dit voor mij de koeien, is mijn sardonische binnenpretje. Maar de kwetsbaarheid van mijn bijzondere kinderen overvalt mij weer op dit zonderlinge moment. Als ik terug ben op de boerderij, blijkt het al kwart voor tien te zijn.

Al weken roept Felix, Corona is gevaarlijk. Corona was in 1820, in 1920, maar niet in 2019! Tja hoe komt hij hierbij. Er zijn in het verleden meer pandemieën geweest, de Spaanse griep, tuberculose, etc. Zou hij dit echt bedoelen? Het is jammer, dat ik niet in zijn hoofd kan kijken, want uitleggen is niet zijn sterkste kant. En als ik vraag: “Hoe weet je dat?!” reageert hij geïrriteerd, met de welbekende ‘handen voor zijn oren’. Dus laat ik het maar en prijs hem dat hij deze kennis heeft. Felix is erg op zichzelf de laatste weken. Als hij thuis is, verplaatst hij zich in het huis van tv in de woonkamer, naar de tv op Piet zijn kamer, naar de computer in ons ‘kantoortje’, naar z’n bed met z’n I-pad, naar de schommel, waar hij zichzelf in de hardste en hoogste vaart al zingend heen en weer beweegt. Al deze acties in willekeurige volgorde! Maar hij is vrolijk en dan is het goed. “Hij heeft jou niet meer nodig”, zegt Ronald. Het is niet lang geleden, dat Felix tijdens mijn afwezigheid tot irritatie van Ronald, vroeg: “Waar is Mama?” Mijn zoon van zeventien en half jaar lijkt nu veel zelfstandiger te zijn geworden. Hij lijkt soms z’n eigen leven te leiden in ons huis, hij wil vooral met rust gelaten worden.

“Het zou toch mooi zijn, als Felix synchroon aan Piet uit huis gaat”, zegt Ronald. Maar de mail die ik ontvang naar aanleiding van ons bezoek van het zorgpark een paar weken geleden, boort de hoop hierop de grond in. “Dit zijn allen intensieve woningen, waar helaas wel een lange wachtlijst voor is. Dit kan echt jaren zijn…”   Er zijn nog andere instellingen, waar Felix ingeschreven staat, gelukkig. Maar wat een lange weg is dit.

Maar er zijn overwinningen deze week!

Piet heeft al zijn tentamens gehaald van zijn propedeuse. Nog een werkstuk te gaan, tot aan de eindstreep van dit eerste jaar. Wat een opluchting, na alle onzekerheden tijdens de Corona-crisis.

Ik word gebeld door de gemeente, dat de elektrische duo-fiets wordt toegekend. Al maanden geleden heb ik deze aanvraag gedaan en ik ben me ervan bewust, dat dit een dure kwestie is. Maar ik kan niet fietsen samen met Felix achterop op de tandem die hier nu staat. Als ik met mijn zestig kilo voorop zit en moet sturen met de ruim tachtig kilo wegende Felix achter me, krijg ik het heel benauwd. Ik heb het echt geprobeerd, maar vind het doodeng. Wiebelend de bocht door met mijn grote kind achterop, wel of niet mee trappend. En alleen krijg ik deze hoeveelheid kilo’s niet vooruit! Als deze duo-fiets gaat lukken, krijgt fietsen een andere dimensie. Zo weten we van het elektrisch fietsen met Chris op de instelling. Gezellig naar zijn zus in Weesp of een ronde Botshol, een mooi natuurgebied hier in de buurt. Lijkt me geweldig. Eerlijk gezegd, kan ik het nog niet geloven. Dus ik wacht nog even met juichen.

Het volgende belletje is van de stichting waarmee Felix al eerder op kamp ging. Voor hem noemen we het ‘vakantie’, want dat is een betere verleider om een weekje weg te gaan. Nu blijkt dat Marieke ook mee kan, dus samen weg gedurende een hele week in augustus. Zij weten het nog niet, maar Ronald heeft alvast deze week vrij genomen. Vorig jaar hadden we ‘twee dagen samen’ in het gehele jaar. Het vooruitzicht op deze hele vrije week samen, is een reden om voorpret te hebben. En ook deze zaterdag op zondag, zijn ze allebei uit logeren. Ik kan me niet meer herinneren wanneer dit voor het laatst was, zo lang geleden. En als ik aan de koffie zit deze zaterdag, voel ik me euforisch. Ja misschien overdreven voor een ander, maar voor mij, ons niet. Het rijk alleen thuis. Ja, Piet is er: “Oh Felix en Marieke zijn er niet, wel lekker voor jullie!” zegt hij als hij net wakker is. Hij geniet ook van de rust in huis. En als mijn moeder het hoort, nodigt ze ons spontaan uit om met hen op deze vrije avond uit eten te gaan! Dat doen we natuurlijk.

Zondag, Vaderdag. Nadat ik Felix uit Woerden heb opgehaald en Ronald Marieke uit Hilversum, drinken we een biertje. “Op Vaderdag”, proost ik met de vader van mijn kinderen. “Op mijn succesvolle vaderschap”, proost Ronald ironisch als reactie. En we lachen samen hierom, want dat kunnen alleen wij.  

2 reacties

  • Irma van Moort

    Wow jullie doen dit echt heel goed zeg en wat schrijf je mooi. Ik vind dat je het zo prachtig schrijft dat nog veel meer mensen dit zouden moeten lezen! Hoe gewoon iedereen het vindt dat hun kids zo makkelijk individueel functioneren. Het kan ook heel anders zijn en hiermee geef jij een heldere inkijk in dat leven.
    Petje af voor jullie! En in augustus een weekje heerlijk genieten samen!😘

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *